Als een boer met kiespijn: de vrije tandartstarieven

Sinds het begin van het nieuwe jaar mogen tandartsen in heel Nederland vrije tarieven hanteren voor alle behandelingen binnen de mondverzorging. Minister Edith Schippers (VVD) van Volksgezondheid mogen ze daarvoor hartelijk bedanken. Vanuit het volk zal het aantal steunbetuigingen echter beduidend minder zijn. Wij worden immers aanzienlijk de dupe van dit “experiment” van het kabinet-Rutte.

Wat wil de minister eigenlijk met haar proefballon bereiken? Belangrijke doelen zijn dat de serviceverlening verbetert, er innovatie komt en een ruimer assortiment aan producten beschikbaar wordt. Op zich mooie doelen. Maar het zijn niet de enige die Schippers stelt om het experiment te laten slagen. De prijzen mogen niet te veel stijgen, de toegankelijkheid mag niet in het geding komen en er moet een evenwichtige verhouding tussen tandartsen en zorgverzekeraars ontstaan. En precies op deze drie punten falen de vrije tandartstarieven genadeloos.

Het nieuwe beleid creëert namelijk via deze drie voorwaarden nu al, nog niet drie weken na de start ervan, grote problemen. Neem de prijsstijgingen. Twee veelvoorkomende behandelingen van de tandarts zijn het plaatsen van vullingen en het zetten van kronen. Juist deze vormen van verzorging ondervinden nu al duidelijk prijsstijgingen. Zo blijkt uit onderzoek van de Verzekeringssite.nl dat 87% van de tandartsen over het gemiddelde van €38,- heen gaat, dat zorgverzekeraars maximaal vergoeden voor vullingen. Met het plaatsen van kronen gaat het zelfs nog verder. Maar liefst 95% van de gebitspecialisten overschrijdt hier het verzekerde gemiddelde van €236,85. Daar zitten uitschieters bij van €349,- per kroon. In dat geval komt het er dus op neer dat een consument, los van zijn verzekering, uit eigen zak nog eens €112,15 mag bijleggen. Het eerste probleem is dus een feit: er vinden door de vrije tandartstarieven onevenredige prijsstijgingen plaats.

Doordat verzekeraars dankzij het nieuwe beleid met maximumvergoedingen kunnen werken, hoeven ze lang niet meer het volle pond te vergoeden. Hierdoor neemt de toegankelijkheid van de mondverzorging zienderogen af, het tweede probleem. Immers, alleen als de behandeling onder de maximumvergoeding blijft óf als de tandarts van dienst een contract met dezelfde van één van de 27 beschikbare zorgverzekeraars als de consument heeft afgesloten, hoeft de consument niet extra te betalen. In veel gevallen komt het er echter dus op neer dat met de forse prijsstijgingen de burger wel meer geld kwijt is. Zeker in economische tijden als dezen verslechtert dit de toegankelijkheid van de tandheelkunde ernstig.

Bij deze twee problemen blijft het echter niet. Het derde grote probleem is dat de vrije tandartstarieven juist averechts werken voor een evenwichtige balans tussen tandartsen en zorgverzekeraars. Zoals ik hierboven al aangaf zit het overgrote deel van de tandartsen (soms ver) boven de maximumvergoeding van de zorgverzekeraar. Hierdoor groeien de reële prijs en de vergoede prijs steeds meer uit elkaar. In plaats van een balans ontstaat er dus een wanverhouding.

Al binnen drie weken tijd blijk het proefkonijntje van Schippers dus in feite een faalhaas te zijn. De problemen zijn namelijk inherent aan het nieuwe beleid. Door de vrijgave van de tarieven hebben tandartsen vrij spel gekregen en kunnen ze onbelemmerd de prijzen verhogen. De instelling van de minister dat “de tandartsen en de zorgverzekeraars zelf tot een oplossing moeten komen”, is dan ook onthutsend en behoorlijk naïef. Geen van beide partijen zal daar economisch of financieel gewin bij hebben. Voordat het beleid werd ingevoerd kon de overheid nog controleren dat de tandartsprijzen in lijn moesten liggen met de vergoedingen van de verzekeraars. Nu is die stok achter de deur weg.

De doeltreffendheid van het nieuwe beleid is dan ook ver te zoeken. De drie genoemde belangrijke voorwaarden om het beleid te laten slagen worden niet gehaald en zullen ook niet gehaald worden. Schippers kan dan ook maar zo snel mogelijk stoppen met haar experimentje. Dat is beter voor de consument en voor de tandarts. Anders zal het, onlangs door Metro aangekaarte, stijgende aantal Nederlanders dat in het goedkope buitenland tandartspraktijken bezoekt nog forser gaan groeien. Ver van huis laten landgenoten dan steeds meer hun mondverzorging uitvoeren, terwijl onze tandartsen verder van huis raken dan met de regulering van tandartsprijzen.


Plaats een reactie